De erfenis van de oude Arabier
Hassan, de oudste zoon, zou de helft van de kamelen krijgen. Mohammed, de tweede zoon, had recht op een derde deel van het bezit van zijn vader. En Mustafa, de jongste zoon, zou een negende deel ontvangen.
De oude Arabier stierf en zijn zonen probeerden het bezit van hun vader eerlijk te verdelen. Zij konden echter op geen enkele manier tot een besluit komen, omdat het getal zeventien nu eenmaal niet door twee, niet door drie en niet door negen deelbaar is. Er brak een heftige broedertwist uit omdat geen van drie een eerlijke verdeling kon bedenken.
Op dat ogenblik kwam in de verte een derwisj aangereden die als toegewijd muzelman, zittend op zijn kameel, voortdurend de lof van Allah zong. Bij het dorp aangekomen steeg hij af en vroeg aan de broers wat hun probleem was. Daarop sprak hij: "Ik ben uit Mekka gekomen en ik bezit niets anders dan mijn kameel, maar Allah heeft mij opgedragen jullie mijn rijdier af te staan, zodat jullie volgens de wil van jullie gestorven vader zijn bezittingen kunnen verdelen. Ik weet zeker dat ik een andere kameel zal vinden waarop ik mijn reis kan voortzetten, want Allah voorziet in al onze noden."
Toen ze de kameel van de heilige pelgrim bij hun kudde dreven, hadden ze niet meer zeventien, maar achttien dieren en zo ontving: Hassan de helft van achttien, dus 9 kamelen, Mohammed een derde van achttien, dus 6 kamelen en Mustafa een negende van achttien, dus 2 kamelen. Dit was dus in het totaal 9 + 6 + 2 = 17 kamelen.
Verwonderd zagen de broers hoe de derwisj zijn kameel weer besteeg, die bij de verdeling was overgebleven. Terwijl hij nog steeds de lof van Allah zong, zette hij zijn reis voort.
(Bron: Arend Landman)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.